De ervaring van Lynn Formesyn, De Averechtste, tijdens de eerste maand van het jaartraject:
De voorbije maand ben ik als deelnemer van de Zielencarwash ondergedompeld in rood, de laag van het (over)leven.
Kan ik voorzien in mijn basisbehoeften? Voel ik me veilig? Heb ik grip op mijn realiteit? Heel bewust stond ik stil bij schaarste. Heb ik genoeg? En in het verlengde eigenlijk ook: ben ik genoeg? Want wat we wel of niet hebben, bepaalt in onze dolgedraaide prestatiemaatschappij toch in grote mate wie je mag en kan zijn (en hoeveel schaamrood je zou moeten hebben voor wie je bent en wat je doet.)
De eerste dagen voelde ik eigenlijk vooral boosheid borrelen, een emotie die ik nogal neig te onderdrukken … totdat de bom barst.
Ik schreef:
Rusteloos.
Geen blijf weet ik met mezelf.
Zoveel boosheid, zonder heldere bron.
Op de toppen van mijn tenen.Vloekend, alsof ik daarmee de negativiteit kan uitdrijven.
Projecterend, omdat ik mezelf nu niet in haar spiegel wil zien.
⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀⠀
Waar is de zachtheid die ik zo graag geef?
Kwaadheid omarmen, hoe doe jij dat?Luister je naar haar verhaal om te horen wat ze je echt probeert te vertellen?
Boos.
Het kostte me wat tijd om te doorvoelen waar dit eigenlijk over ging. Twee van de kernwoorden van de rode laag zijn gezondheid en controle. Op de kennismakingsdag met de andere zielencarwashers had ik nog letterlijk gezegd dat gezondheid een streven is dat ik als chronisch zieke losgelaten heb en ingeruild voor welbevinden. Dat was zeker niet gelogen, alleen wordt het een ander verhaal wanneer je daar (een gebrek aan) controle aan toevoegt. Want ik mag nog zo positief in mijn schoenen staan en van mijn reumaziekte een kracht proberen te maken, de momenten waarop dit lijf van mij plotsklaps beslist dat mijn zorgvuldig uitgedokterde plannen niet mogen doorgaan, verlies ik mezelf telkens weer. In onmacht, in boosheid, in verdriet. Zelfmedelijden en slachtofferschap liggen altijd wel een beetje op de loer, en daar heb ik zo mijn oordelen over. Ik wil geen hulpeloze duts zijn, ik weiger zielig en zinloos in een hoekje te janken over hoe onrechtvaardig het allemaal is. Ik wil leven, niet overleven.
En die wil brengt me naadloos bij nog twee kernwoorden van rood: financiële stabiliteit en jobzekerheid. Thema’s waar je als individu eigenlijk ook maar beperkt vat op hebt. Hogere studies en een uitgebreid netwerk van connecties bieden helemaal geen zekerheden meer. Verlies van gezondheid kan je schaakmat zetten, maar als het je lijf en/of geest niet zijn die je grenzen – tegen je verlangens in – bepalen, dan zal het verkillende beleid dat wel voor jou doen, gedragen door de begrenzende overtuigingen en vooroordelen die in ons collectief geheugen leven.
Met dat in het achterhoofd nam ik deel aan het Grote Generatie Gesprek van Charlie Magazine rond de thema’s seksualiteit, work/life en zelfbeeld. De rode draad doorheen de videofragmenten en boeiende debatten was de overtuiging dat we niet genoeg hebben en niet genoeg zijn. Zelfs wanneer we proberen om minder te willen (minimaliseren, consuminderen, …) voelt het alsof we de lat niet halen.
Ik schreef:
Niet … genoeg.
Wat als we daar nu eens collectief mee zouden stoppen?
Niet slim genoeg
Niet mooi genoeg
Niet zinvol genoeg
Niet gezond genoeg
Niet gelukkig genoegNiet … genoeg.
Ook op grotere schaal leeft deze diepe overtuiging. Kijk maar naar de politieke debatten. Ook daar gaat het altijd over ‘niet genoeg’. Wat je ook wil ondernemen, starten vanuit een angst voor schaarste is nooit een goed begin.
Die angst voedt de winstmachine. We investeren massaal in middelen die ons dichter brengen bij de vele latten die we willen halen. (Begrijp me niet verkeerd, dit is geen pleidooi tegen doelen stellen in je leven of tegen persoonlijke ontwikkeling, maar wel tegen de valse vrijheid die we voelen en de begrenzingen die van bovenaf worden opgelegd.)
Wat als we zelf tot op haalbare hoogte zouden mogen beslissen waar onze lat precies ligt?
“Je moet je eigen grensen stellen”, het klinkt zo mooi. Maar in realiteit ken ik weinig mensen wiens grenzen niet met regelmaat worden overschreden. Door anderen, maar ook door zichzelf. En heel vaak puur omdat we willen voldoen aan idealen die in essentie vaak niet eens de onze zijn.
Een collectieve denkshift.
Daar hebben we nood aan.
Eentje van “Ik ben genoeg en ik heb genoeg.”
Hoeveel tijd en ruimte zou er vrij komen voor echte verbinding.
Met vrienden, met vreemden, met jezelf?
(Dat verbinden met anderen, daarover gaat de oranje laag én dus ook mijn volgende schrijfsel.)
De rode dag met Joke en de andere deelnemers voelde kwetsbaar, maar wel op een hele mooie manier. We kwamen binnen met de uitnodiging om in stilte samen te zijn. Ik had veel pijn, maar kon toch mijn draai vinden met een matje, een yogakussen en een paar dekentjes. Met gesloten ogen en blote voeten mochten we landen, onze eigen draagkracht ervaren, om ons van daaruit ook gedragen te voelen door de groep. Warme handen heb ik gevoeld. Ze toverden een brede glimlach op mijn gezicht. Via een hele reeks bezielde oefeningen werden we ons steeds bewuster van onze positie in de rode laag.
Het mooiste inzicht voor mij was misschien wel dit:
De overgang naar oranje deden we met een affirmatie:
Ik heb genoeg …
Liefde
Veerkracht
Schrijfkriebels
Levensgoesting
Vriendschap
Vertrouwen
Omdenkzin
Vreugde
…
Benieuwd welke woorden er bij jou spontaan beginnen stromen als je luidop zegt: “Ik heb genoeg … “
Deel je jouw antwoorden met mij?